Het donker is niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Het is ook de geur van je eigen angstzweer en het oplichten van je duistere, verborgen gedachten. De dingen die je liever niet hardop zegt, die zich thuis voelen in je schaamte en zich verstoppen voor jouw eerlijkheid.
Het zijn de gedachtentreintjes in jou die van ‘wat als…’ naar ‘stel…’ en dan via ‘ik kan toch niet…’ vliegensvlug het donker weer inschieten.
Het zijn de inzichten die – vooral als je er niet op zit te wachten – plotseling zo helder als een ster in een winterse nacht tevoorschijn komen. En dan niet meer willen doven, ondanks de zon die ‘s ochtends de mist verdrijft.
Het zijn de gevoelens die zich niet meer laten opsluiten in goede bedoelingen, zuivere intenties of glinsterende hoop.
Dit alles wil gezien, gehoord, gevoeld.
Dit alles wil ontmoet worden, als je durft.
Het wil vastgehouden, erkend, aangekeken worden. Als je het lef hebt.
En vergis je niet, het hoeft geen oplossing, geen verklaring. Het wil niet ‘beter’ gemaakt worden. Het vraagt dat je er bént.
Kun jij dáár zijn, in het donker?
Heb je het hart om te luisteren, te zien, te voelen?
Kun je erbij blijven, als schaamte aan je trekt en je hoofd wil relativeren?
Zet een kaarsje bij het diepste donker en kijk met liefdevolle ogen in de schaduwen.
Adem.
Laat komen wat komt en houd je hart open.
Adem.
Voel, voel, voel wat het donker je te vertellen heeft. Zonder te willen vasthouden, zonder het te willen veranderen. Zonder oordeel.
Adem.
Als je lijf weer leeg is, alle gevoelens vervlogen en het racen van je brein weer wat gesust, laat het dan los. Laat het gaan, alsof je een vredesduif loslaat.
Adem.
En laat het zijn. Dat wat gezien en gehoord is, dat wat gevoeld is, zeg dat wat nodig is in beweging.
Adem.
0 reacties