Nou, dat was me het begin van het jaar wel. Mijn moeder viel en brak haar heup, zo ongeveer tegelijk met de griep die mij velde. Later realiseerde ik me dat toen de moeder van Lief in het ziekenhuis terecht kwam, ik ook ziek werd. Tijd voor nog een rondje reflectie – daar was ik in december nog niet écht aan toe gekomen.
Ik ging echt ‘down the rabbithole’. Geen energie, eetlust of behoefte aan wat dan ook. Wel veel tranen, soms om helemaal niets. Langzaam kwam bovendrijven wat ik los mocht laten: verdriet. Vooral het verdriet om het verlies van mijn vader was heel sterk (zie ook het gedicht dat ik schreef). De zorgen om mijn moeder raakte ook dat gemis aan en ik liet me er helemaal door meenemen. Mee de diepte in, het donker in.
Het voelt alsof ik op een nieuwe laag in mij ben aangekomen. Ik zie persoonlijke, spirituele ontwikkeling als een spiraal, waar we de thema’s in ons leven steeds weer tegenkomen totdat we deze hebben opgelost of er voldoende van hebben geleerd. Mijn ziek zijn is een gedwongen stil staan, een uitnodiging om helemaal bij en met mijzelf te zijn en weer een stukje verder op de spiraal te gaan. Overgave, hulp vragen, stilte, alleen-zijn… het heeft me weer wat dichterbij mijn kern gebracht.
Eruit komen ging moeizaam en met kleine stapjes. De frustratie om l a n g z a a m te moeten gaan loslaten, de dagen nemen zoals ze komen. Wakker worden en voelen hoe het is. En gelukkig ook merken hoe ik steeds helderder werd en meer naar buiten gericht. Wat me daarin geloof ik het meeste heeft geholpen is voelen dat ik niets ‘moet’. Mijn lijf volgen, mezelf toestaan om te verdwalen in Harry Potter (álle delen!) en domme spelletjes op m’n telefoon.
Wat ik te voelen had, kwam toch wel. Wat me moest raken, zag en hoorde ik toch wel. Ik wéét nu nog meer dat het universum me alles geeft wat goed is voor mij. Niet persé wat ik wil, maar wel wat ik nodig heb.
0 reacties