Zolang ik me kan herinneren twijfel ik aan mijzelf. Aan wat ik kan, wie ik ben, hoe ik eruit zie. Zolang ik me kan herinneren – en dat is dan vanaf een jaar of 9, want van vóór die tijd heb ik geen bewuste herinneringen. Omdat dit voor mijn gevoel altijd al bij me is geweest, heb ik het gevoel dat het bij mij hoort, dat het-nou-eenmaal-zo-is. Mijn brein weet dat dit niet klopt, dat het aangeleerd is, maar ik voel het niet zo.
Verstandelijk kan ik deels begrijpen waar het vandaan komt. Mijn moeder heeft met de beste bedoelingen simpelweg doorgegeven wat haar geleerd is. Dat slank zijn beter is, dat mooi zijn je een goede dochter en vrouw maakt. Ik weet zeker dat ze het niet wilde, dat ze het nooit uitgesproken heeft, maar onbewust heb ik het wel opgepikt.
Met 4 kinderen in 5 jaar tijd was het op een gegeven moment teveel voor haar en leerde ik stil zijn, lief, me aan te passen. Voor mij was dit heel natuurlijk, met mijn ongedefinieerde identiteits-centrum. Maar mijn behoefte was om gezien te zijn, gekend te worden, niet onzichtbaar te zijn. Een projector-kind haar gang laten gaan in haar eigen wereldje is heel steunend, maar ik had het ook nodig om uitgenodigd en bekrachtigd te worden.
op eigen benen
Ergens heb ik dus negatieve overtuigingen over mijzelf opgepikt. En in een heel aantal rondes ben ik daarmee aan de slag gegaan, waarbij het leven me precies gaf wat ik nodig had. Op mijn 16e ging ik samen met mijn broer in Rotterdam op kamers om te studeren. Op mijn eigen benen staan was wat ik nodig had, om mijn eigen weg te vinden. Ik had géén idee wat ik aan het doen was, ik volgde het pad zoals ik dacht dat het voor mij bestemd was. Totdat dat pad en het beeld dat ik van mijn leven had in elkaar donderde.
Geen kinderen kunnen krijgen zorgde ervoor dat ik voor het eerst echt ging kijken naar wie ik was en kwam ik bij een psychologe die me echt zag. Zij nodigde me uit om diep te gaan, om uit te spreken wat ik al zolang dacht en voelde over mijzelf. Een bijzonder pijnlijke periode, waarin ik vooral op wilskracht weer opkrabbelde. De scheiding van mijn eerste, grote liefde gaf me nog een zet richting zelfstandigheid, waarvan ik toen niet dacht dat ik het kon. Maar ik stond op mijn eigen benen.
buiten mij
In de jaren daarna ging ik door met werken, met leven. Ik struikelde, stootte soms mijn teen (en hoofd), flirtte en maakte het uit, zette de ene voet voor de andere. Steeds weer dacht ik, dat ik zou ontdekken wie ik was, in de relatie met een ander. Dacht ik dat mijn waarde afhankelijk was van de ander. Ik zocht naar mijzelf in de ander, in mijn werk, in de wereld buiten mij.
Toen ik mijn tweede grote liefde ontmoette, kon ik het nauwelijks verdragen dat zij mij écht zag. Mij zag zoals ik was. Ik vluchtte ervoor weg, om 4 jaar later weer oog in oog met haar te komen en te ontdekken dat we nog wat uit te zoeken hadden samen. Met haar leerde ik weer nieuwe dingen over mijzelf en mochten delen van mij er helemaal zijn. Mannelijk én vrouwelijk, beide kanten van mij kregen een plek. De NLP opleiding die ik toen ging doen, liet me zien dat er een hele binnenwereld in mij was die ernaar snakte om ontdekt te worden. Ik leerde hoe ik dat wat zich binnen in mij afspeelde, naar buiten kon laten zien.
en toch…
Een poos voelde ik me heerlijk en lééfde ik het leven voluit. De feesten die ik met mijn lief bezocht triggerden mijn negatieve overtuigingen en de handvatten uit de NLP-opleiding hielpen me dit bewust te maken en hiermee om te gaan. En toch… Toen ik weer onderuit ging omdat mijn bord te vol was en ik de dingen die in mijn leven gebeurden niet voldoende verwerkte, merkte ik dat ik moeiteloos terug gleed in mijn oude overtuigingen. De scheiding die onvermijdelijk bleek, nadat ik een echte, harde grens stelde voor mijn waarden, raakte me harder dan ik voor mogelijk had gehouden.
Ik kon aanvankelijk alleen maar mijn mislukkingen zien. Alleen maar zien dat ik wéér in de steek was gelaten. Dat ik wéér niet genoeg was om voor te kiezen. Maar voordat ik me kon wentelen in ellende, kwamen kansen voorbij. Een kans op een nieuw begin, mijn eigen bedrijf opzetten, een plek creëren. Ik ging door, bouwde mijn eigen bedrijf en een nieuw leven op in Amersfoort en stond steviger op mijn eigen benen.
overgang
Wat ik geleerd had in die tweede overspannenheid, was dat ik niet meer op wilskracht wilde doen. Ik wilde leven vanuit zachtheid, vanuit de kracht uit mijn onderbuik en hart. Ik wilde mijzelf zijn. En met dat nieuwe begin ontdekte ik wéér nieuwe dingen over mijzelf. Ik leerde dat ik eigenlijk helemaal niet verlegen ben. Dat ik graag onder de mensen ben en nieuwe mensen ontmoet. Ik leerde dat ik de neiging heb om me tegen dingen aan te bemoeien – en daarmee dan in de organisatie terecht om. En dat ik dat heerlijk vindt. Ik ontdekte hoe fijn ik het vind om te faciliteren, mensen te ontvangen, de stille kracht achter evenementen te zijn.
Ik ontdekte ook hoe ik beter voor mijzelf kon zorgen. Hoe ik mijn grenzen kan aangeven en bewaken, ik leerde echt om op mezelf te wonen. Veel van die dingen leerde ik met mijn nieuwe lief, mijn derde grote liefde. En toen ik 50 werd, slaakte ik een zucht van verlichting. Hè hè. Het voelde alsof ik eindelijk zo oud was als ik moest zijn. Beter dan dat kan ik het niet uitleggen. Alsof mijn leeftijd eindelijk paste bij de fase van mijn leven waar ik al jaren in zat. Of zoiets. Dat daar de overgang ook bij hoorde, had ik toen nog niet echt bedacht. Maar dat wordt me steeds duidelijker.
De overgang. Alles wat je daarover leest klopt. En tegelijkertijd niet. Want ja, ik voel de bevrijding van het ‘moeten’, de kracht van de koningin die haar schatten opeist. Ik voel een zekerheid en een thuis zijn in mijn lichaam die ik nog niet eerder heb ervaren. Ik voel de wijsheid van de crone. Ja, ik verfoei mijn lijf soms als ik opvliegers heb of het zweet me uitbreekt. Als ik slecht slaap of merk dat ik toch weer zachter ben geworden op plekken die ooit strak(ker) waren.
Ik kan ook voelen dat héél veel dingen me echt geen ruk meer kunnen schelen. Maar de ‘bevrijding van het schoonheidsideaal’ of het ik-doe-helemaal-waar-ik-zelf-zin-in-heb-gevoel, daar ben ik nog niet. Ik ben wel milder naar mijzelf en ga vol goede moed weer een ronde aan met mijn lijf. Met gezonder eten, meer bewegen en vooral liefdevoller naar mijzelf kijken. Misschien ga ik ooit voelen wat mijn mind weet: dat ik echt helemaal goed genoeg ben, precies zoals ik ben. Dat mijn lijf precies goed is voor mijn reis door dit leven en dat het niet beter, mooier of strakker hoeft. Ik ben er bijna. Daar is geen twijfel over mogelijk.
0 reacties