Er komen iedere dag een ongelooflijk aantal gedachten in je hoofd voorbij. Schattingen gaan van 40.000 tot meer dan het dubbele daarvan. Dat lijkt bizar veel, maar ruim 90% van die gedachten zijn onbewust en komen in een flits voorbij. Neem je ochtendritueel als voorbeeld. Je denkt niet bewust na over wat je doet wanneer je gaat douchen, je tanden poetst, je afdroogt. En toch worden al die handelingen ‘aangestuurd’ door gedachten. Je pakt namelijk jouw eigen tandenborstel, niet die van je partner of kind.
Een handeling die je al iets bewuster doet is bijvoorbeeld het kiezen van je kleren van vandaag. Hoe beslis je wat je aantrekt? Je denkt iets bij die broek die je vast had en als je in je kast kijkt voor een shirt of trui daarbij, gaan er allerlei dingen door je hoofd. Wel of niet leuk, wel of niet passend voor de gelegenheid/het weer/het gezelschap. Gelukkig hoef je al deze keuzes niet bewust te maken, je zou er doodmoe van worden.
automatische gedachten
Die automatische gedachten zijn deels dus heel nuttig, zoals wanneer je in je auto rijdt. Je kunt je vast nog wel herinneren hoe het was toen je net leerde autorijden; al die verschillende handelingen leek je nooit onder de knie te krijgen. Nu schakel, rem en stuur je zonder er bij na te denken. Sterker nog, als je erover na gaat denken, gaat het eerder mis dan beter.
Er zijn alleen ook (automatische) gedachten, die je soms in de weg zitten. Wanneer je iets wilt doen bijvoorbeeld, maar merkt dat je het niet doet, het uitstelt of angst voelt. Onzekerheid is zo’n universeel thema, waar iedereen (ja, iedereen) vroeger of later last van heeft. Het is namelijk logisch om onzeker te zijn wanneer je iets voor het eerst doet, of wanneer je je in een voor jou nieuwe situatie bevindt. Je weet niet wat de uitkomst gaat zijn, en het onbekende jaagt ons nu eenmaal angst in. De vraag is: hoe ga je hiermee om?
Een gevoel als onzekerheid wordt gevoed door gedachten. Je vertelt jezelf een verhaal, of zegt op z’n minst iets tegen jezelf waardoor je je niet capabel, oninteressant, zwak, niet goed genoeg of lelijk vindt (vul gerust aan!). Een eerste stap bij een gevoel van onzekerheid is dus: wat voel ik? Daarna vraag je jezelf af: wat vertel ik mezelf waardoor ik me zo voel? En vraag jezelf daarna: is dit waar? Met name die laatste vraag is interessant, want we zijn geneigd om wat wij denken, voor waar aan te nemen. Maar veel van wat we denken, is onzin! Misschien was het ooit waar, of in een andere situatie, maar kijk maar eens of wat je denkt NU, op dít moment, ook waar is. Het zal je verrassen.
waarheden en oordelen
Naast ‘waarheden’ bestaan onze gedachten ook uit ontzettend veel oordelen. Leuk/niet leuk jasje, foute/goede auto, mooi/niet mooi figuur, gek/normaal haar, respectabel/asociaal beroep en zo kan ik nog wel even doorgaan. In principe zijn oordelen handig, omdat ze de wereld om ons heen in handige hokjes stoppen. (Nieuwe) informatie wordt automatisch gerubriceerd, waardoor we er minder over na hoeven te denken. Pas wanneer iets niet direct in een hokje past, treed er verwarring op. Denk maar eens aan een biker onder de tattoos die je een dame ziet helpen met haar gevallen boodschappen, of een hooggehakte, langharige, chic geklede vrouw die je vol passie een andere vrouw ziet zoenen. Ons brein kan het niet direct plaatsen en dat maakt dat we nog eens omkijken.
Kortom: geloof dus niet alles wat je denkt. Of trek in ieder geval die gedachten in twijfel, die je een negatief gevoel opleveren. En begin dan eens met de oordelen over jezelf; daar is in ieder geval een hele wereld te winnen.
0 reacties