Afgelopen week ben ik naar de voorstelling ‘De Heks van Almen’ geweest. Ik had me niet ‘ingelezen’, dus ik wist niet goed wat ik kon verwachten. Ik had alleen van anderen gehoord dat een mooie en indrukwekkende voorstelling was over de heksenvervolging. Met mijn jeugd in Oudewater – met de Heksenwaag als enige plek in Europa waar vrouwen eerlijk gewogen werden – en mijn eigen spirituele ontwikkeling langs het pad van de oude religie wist ik al wel het één en ander van de heksenvervolging. Maar alle verhalen over de voorstelling maakten me nieuwsgierig, dus ik ging.
De plek van de voorstelling was niet echt een toneel, de spelers niet echt acteurs – ze leken in en uit hun rol te gaan. Ze namen ons mee in het verhaal en tegelijkertijd spraken over henzelf, ons, het hier-en-nu. Na een poosje werd het me duidelijk dat ik niet alleen het verhaal van de heks van Almen zou zien, maar het verhaal van alle heksen, van alle tijden.
Eén van de dingen die me enorm trof was dat één van de spelers vertelde dat vrouwen tijdens en sinds de heksenvervolgingen tegen hun dochters zeiden; wees maar geen vroedvrouw meer, vergeet de kennis van kruiden en het ritme van de natuur. Wees stil, houd je rustig, krijg kinderen en wees daarmee tevreden. Ik besefte me dat wij vrouwen zélf belsloten om onze krachten en wijsheid te vergeten, om ons te schikken. Uit lijfsbehoud.
En niet alleen omdat mannen ons vervolgden, martelden, de meest verschrikkelijke dingen toeschreven. Nee, niet alleen mannen. Het misschien wel grootste verraad kwam van andere vrouwen. Van familie, je eigen kinderen die – ook uit lijfsbehoud! – bekentenissen deden. Als vrouw leerden we toen dat we op onszelf moesten kunnen vertrouwen en dat veiligheid bij andere vrouwen zeldzaam was.
Nu de wijsheid van de oude religie zich roert, gehoort en gezien wil worden, vluchten we. We deinzen terug voor het donker van onze eigen geschiedenis en kijken naar de oude religie, het sjamanisme van de Native Americans in het westen, het Syberisch sjamanisme in het Oosten of nog verder weg, de oosterse wijsheid van Nepal en Tibet.
Want wanneer we willen putten uit onze eigen, oorspronkelijke wijsheid, de kennis van deze lage landen, onze bossen, zee en heide – dan moeten we voorbij de brandstapel. We moeten durven herkennen, erkennen en helen wat al die vrouwen, wat ons, toen is aangedaan. We moeten de angst, de radeloosheid en het verraad weer durven voelen en aankijken om daarna ons eigen verhaal te kunnen schrijven.
Die oude wijsheid, het Sjamanisme van de Lage Landen, is niet verdwenen. Ze is verborgen, diep in ons, bereikbaar voor diegenen die dat pad durven gaan. Voorbij de brandstapel.
0 reacties